Of al dan niet van rechtswege vergunning is verleend, hangt gelet op de bepalingen in de Wabo en de Awb af van het antwoord op de vraag welke procedure op de aanvraag van toepassing is (zie onder meer de uitspraak van de Afdeling van 7 juni 2017, ECLI:NL:RVS:2017:1495).
De beantwoording van de vraag of op een aanvraag de reguliere dan wel de uitgebreide voorbereidingsprocedure van toepassing is, is gelet op het bepaalde in artikel 3.10, eerste lid, van de Wabo afhankelijk van de activiteit die is aangevraagd. De Wabo bepaalt daarmee exclusief welke procedure op een aanvraag om omgevingsvergunning van toepassing is. Het college heeft hierin geen keuze, maar dient de voorbereidingsprocedure toe te passen die uit de Wabo voortvloeit.
Onbestreden is dat het bestemmingsplan geen mogelijkheden biedt om het bouwplan in afwijking van het bestemmingsplan te vergunnen, zodat geen omgevingsvergunning met toepassing van artikel 2.12, eerste lid, aanhef en onder a, onder 1º, van de Wabo kan worden verleend.
Ook vergunningverlening met toepassing van artikel 2.12, eerste lid, aanhef en onder a, onder 2º, van die wet, in samenhang met artikel 4 van bijlage II bij het Besluit omgevingsrecht, is niet mogelijk. Voor het bouwplan kan dan ook uitsluitend omgevingsvergunning worden verleend met toepassing van artikel 2.12, eerste lid, aanhef en onder a, onder 3º, van de Wabo. Op de voorbereiding van een besluit over verlening van een dergelijke omgevingsvergunning is ingevolge artikel 3.10, eerste lid, onder a, van de Wabo de uitgebreide voorbereidingsprocedure van toepassing. Dat het college niet binnen de termijn van de reguliere voorbereidingsprocedure heeft medegedeeld dat de uitgebreide voorbereidingsprocedure van toepassing is, maakt niet dat de reguliere voorbereidingsprocedure van toepassing is. Zoals hiervoor is overwogen bepaalt de Wabo immers exclusief welke procedure van toepassing is en heeft het college daarin geen keuze, zodat reeds daarom, anders dan [wederpartij A] en [wederpartij B] ter zitting bij de Afdeling hebben aangevoerd, van rechtsverwerking of strijd met de rechtszekerheid geen sprake is. Nu op de aanvraag de uitgebreide voorbereidingsprocedure van toepassing is, is gelet op het bepaalde in artikel 3:10, vierde lid, van de Awb, voor het bouwplan geen vergunning van rechtswege verleend. De rechtbank heeft dit niet onderkend. (AbRS 27-9-2017, nr. 201606303/1/A1)
Geef een reactie